Hou op het bord ALLE stukken in de gaten!
Je kent het wel: schaken. Er zijn vele dingen die je in de gaten moet houden. Bijvoorbeeld alle stukken in de gaten houden. Sterker nog: dat moet!
We gaan nu even schaken met Leo Leeuw. Misschien ken je Leo wel van het Schaakmaarraak-magazine. Leo Leeuw is een leeuw die erg van schaken houdt. We gaan nu met Leo oefenen.
'Wit heeft net zijn toren van d3 naar d2 verplaatst.' Goed zo, Leo! Maar dit was een beginnersklasje. Kunnen we wat moeilijkere afbeeldingen hebben? 'Ik zal even kijken,'
'Nee, jammer. Ik heb geen moeilijkere afbeeldingen.' Jammer, Leo!
'Maar, ik heb volgens mij wel een GameViewer.' Dank je, Leo! 'O, wat jammer! Ik heb juist mijn laatste GameViewer uitgegeven!' Maakt niet uit, hoor! Volgende keer beter.
'Hé, Douwe, zullen we nu beginnen uitleggen over iets anders? Bijvoorbeeld schaakmat.' Goed idee, Leo!
1. Matbeelden kennen
Matbeelden kennen is een belangrijk onderdeel van mat zetten. Nu je geen matbeelden kent kan je wel nú gaan oefenen met deze oefening: www.chessity.com/game.php?game=1252&name=Mat%20geven%20met%20de%dame
Oké, als je geen matbeelden kent en je wil mat zetten... '...kan je niet mat zetten. Omdat je geen matbeelden kent. Én omdat je misschien zelf mat staat.' Precies, Leo! Dat bedoelde ik. Je kunt niet mat zetten. Neem een voorbeeld als je wit bent en nu allemaal hebt gezet:
'Schaakmat!' zal je tegenstander roepen als je deze stelling hebt. Ontzettend dom dus. 'Volgende!'
2. Tegen je ouders spelen
Als je je leven lang schaakt, schaak je ook wel eens tegen je ouders. Nou, dit was de stelling dat een kind en een volwassene hadden (kind wit, volwassene zwart):
Het kind wint! En dat komt omdat het kind slim heeft nagedacht en toen liet hij z'n dame slaan, en zet schaakmat met de loper! En grappiger: de volwassene had niks door!
3. Verliezen
Soms verlies je wel eens. En dat is nooit, maar dan ook echt nóóit erg. Want bij schaken hoort het om je hersens én om de lol (Laughing Out Loud). En de meeste zeggen: 'Wit begint én wint.'
Maar dat is niet zo. Wit begint wel, maar wint níet altijd. Dus het kan ook zijn: 'Wit begint, zwart wint.'
4. Winnen (laatste uitleg)
Winnen bij schaken is een grote verassing. Maar je moet niet te roepen: 'Joehoe! Ik heb gewonnen! Ik ben beroemd!'
Geen één kind kan op z'n zevende al beroemd zijn. Sorry dat deze uitleg kort is, maar we zijn klaar!